Artikel van Tom de Wit: is Dataretentierichtlijn rechtmatig?
Het Oostenrijkse constitutionele Hof heeft vragen gesteld over de rechtmatigheid van de Europese Dataretentierichtlijn. Het Oostenrijkse hof wil graag weten of de verplichtingen van de richtlijn wel in overeenstemming zijn met de grondrechten.
De richtlijn verplicht o.a. aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten om bepaalde telecommunicatiegegevens gedurende een bepaalde periode te bewaren.
Het Europese Hof zal zich nu moeten buigen over de rechtmatigheid van de richtlijn en de nationale invoering daarvan in de lidstaten. Daaraan zal iedere lidstaat en de nationale rechter zich dan moeten houden. Maar het zal nog wel even duren voordat de beslissing valt.
Voor een uitgebreide bespreking voor fijnproevers: zie artikel van Tom de Wit op itenrecht.nl.
Bezwaren
De vragen zijn ingegeven door bezwaren van o.a. enkele burgers. Ook in Nederland hebben organisaties als Bits of freedom en European DigitalRights bezwaren geuit tegen de richtlijn en de wijze van invoering in nationale wetgeving.
Naar aanleiding van protesten werd in Nederland de bewaartermijn eerder al verkort tot twaalf respectievelijk zes maanden. Daarnaast is er ook veel kritiek geuit op de hoeveelheid en de aard van de persoonsgegevens die moeten worden opgeslagen en met name demogelijkheid van misbruik en de inbreuk die dit met zich zou meekunnen brengen op persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.
Ondanks deze bezwaren is de rechtsgeldigheid van de richtlijn of de implementatie daarvan hier in Nederland tot op heden niet aan de orde gesteld.
Social media en zoekmachines
De vragen hebben ook gevolgen voor de huidige voorstellen om de verplichtingen van het bewaren van gegevens uit te breiden naar social media en zoekmachines.
publicatiedatum: maandag 4 februari 2013