Intellectuele eigendom: een overzicht
In een notendop kunt u hieronder een korte toelichting op diverse intellectuele eigendomsrechten vinden. Ook vindt u een beknopte uiteenzetting over de mogelijke stappen die gezet kunnen worden bij inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht.
auteursrecht (‘copyright’)
portretrecht
naburige rechten (uitvoerende kunstenaars, omroepen, platenproducenten en filmproducenten)
databanken
merkenrecht
handelsnaam
domeinnaam
modelrecht
octrooirecht
kwekersrecht
computerchips
vorderingen, procedure, beslag en kosten
Alles leuk en aardig, maar wat moet je nu eigenlijk met intellectuele eigendom? Klik hier.
En wat te doen als iemand inbreuk maakt of uw onderneming beticht van inbreuk?
En hoe zit het met de kosten? Kan ik die terugkrijgen als ik win?
Hebt u geen intellectueel eigendomsrecht, maar wel hét idee of reclameconcept van de eeuw? Dan zult u het moeten hebben van goede contracten en vooral goede geheimhoudingsregelingen en non-concurrentiebepalingen, bijv. als u wilt overleggen of onderhandelen over mogelijke samenwerking met partners, licentienemers, producenten of andere business partners.
Juridisch verdient een geregistreerd IE-recht de voorkeur (bijv. een octrooi, model of merk). Dat kan niet altijd omdat niet aan de eisen wordt voldaan. Bovendien is registratie niet altijd wenselijk. Zo is bijv. octrooi tamelijk duur (reken op zo’n € 5.000 per land). Bovendien is het nadeel van octrooi dat de octrooiaanvraag wordt gepubliceerd. Dan wordt de uitvinding dus openbaar. Dat weerhoudt sommige bedrijven ervan om octrooi aan te vragen.
Voor de meeste intellectuele eigendomsrechten geldt het vereiste van registratie. Voor auteursrecht, databankenrecht, chipsbescherming of handelsnaam geldt dat niet. Die rechten ontstaan vanzelf als aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Kan een bepaald voortbrengsel niet als intellectueel eigendomsrecht geregistreerd worden? Of kiest u er zelf voor het voortbrengsel niet te registreren? In dat geval kan het handig zijn om een businessplan, productbeschrijving of afbeelding e.d. te deponeren bij Afdeling Registratie van de Belastingdienst of – sinds kort – als “I-Depot” bij het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) in Den Haag. Dat kan helpen als je moet bewijzen wanneer het businessplan, de productbeschrijving, het ontwerp is gemaakt. Als iemand je beticht van inbreuk, kun je zo je makerschap bewijzen. Bovendien kun je in geheimhoudingsovereenkomsten daarnaar verwijzen zonder de inhoud direct prijs te geven.
Als sluitstuk kan in gevallen van namaak of piraterij vaak een beroep gedaan worden op ‘pseudo-rechten’ als oneerlijke mededinging of slaafse nabootsing.
Intellectuele eigendom kun je inzetten om een product of dienst of de branding daarvan te beschermen. Het komt in de meeste gevallen neer op economische rechten:
bescherming van goodwill, balanswaarde
bescherming tegen naäperij (bewust of onbewust)
bescherming tegen meeliften door concurrenten
exploitatie:
licentie
franchising (vorm van merklicentie)
merchandising
tax planning: bijv. IP company, U-bocht (overdracht met teruglicentiëring)
waarde van de onderneming, goodwill
overdracht bijv. met royaltyverplichting of afkoop ineens
In enkele gevallen gaat het ook om immateriële belangen, zoals de mogelijkheid om je te verzetten tegen verminking van een auteursrechtelijk beschermd werk, publicatie zonder naamsvermelding. Of bijv. de mogelijkheid om je in redelijkheid te verzetten tegen gebruik van je portret zonder toestemming.
Auteursrecht ontstaat vanzelf door de enkele creatie van een waarneembaar voortbrengsel dat voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Dat klinkt nog aardig vaag, maar wordt in dit stukje hopelijk duidelijker.
Auteursrecht kan bestaan op de meest uiteenlopende ‘werken’, variërend van gesproken woord en geschreven tekst tot software, interfaces, grafische layout, websites, speelgoed, schoenen en parfums. Het moet dan wel gaan om werken die in voldoende mate het persoonlijk stempel van de maker dragen.
Auteursrecht bestaat in beginsel niet op een nog niet vormgegeven idee, zoals bijv. reclameconcept of een tv-programmaformat. Ook beschermt het auteursrecht in beginsel niet een stijl (beroemd voorbeeld is de stijl van Nijntje van Bruna) of trend.
Iemand die op de een of andere manier herkenbaar en zonder opdracht is geportretteerd, kan zich daartegen in principe verzetten. Je moet dan wel een redelijk belang hebben om je te verzetten.
Zo verbood de rechter in 2006 een reclamespotje met de bekende voetballer Kalou. Het komt erop neer dat Kalou als voetballer zijn portret commercieel kan exploiteren. Hij heeft “verzilverbare populariteit” en daarmee al snel een redelijk belang om zich te verzetten.
Een lastig probleem is de zogenaamde look alike. In de reclame wordt vaak gebruik gemaakt van look alikes. In de zaak van Kalou breidde de rechter zijn verbod uit naar look-alikes van Kalou. Zie ook berichtje in Actueel over Marco van Basten.
De wet Naburige rechten geeft exclusieve exploitatierechten aan uitvoerende kunstenaars, platenmaatschappijen en omroeporganisaties. Bij uitvoerende kunstenaars moet worden gedacht aan bijv. acteurs, zangers en musici. Het auteursrecht zal vaak niet bij de acteur liggen. Maar wel de zogeheten naburige rechten.
Op basis van een Europese richtlijn is ook in de Nederlandse wet enkele jaren geleden de bescherming van databanken opgenomen. Voordien was de inhoud van een databank niet beschermd. Overigens neemt het databankrecht de eventuele auteursrechtelijke bescherming op bijv. de rangschikking en selectie van de gegevens in de databank niet weg.
Door de invoering van het databankrecht is een soort nieuw intellectueel eigendomsrecht geïntroduceerd voor databanken. Het is niet zo dat iedere verzameling van gegevens onder de beschermingscriteria valt. Daarvoor is meer vereist: het moet gaan om een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend zijn, afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn. Bovendien moet voor de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht een substantiële investering zijn gepleegd.
Dagelijks komt u in aanraking met een enorme overdosis aan merken. Het ene merk zult u vaak geheel onbewust beleven als een beschrijving van de waren of diensten die worden aangeboden en het andere merk ligt veel minder voor de hand. Marketingtechnisch kan een beschrijvend merk enorm goed zijn. Juridisch echter ligt daar een probleem want bij een merk moet het gaan om een onderscheidend teken dat in staat is om de waren of diensten te onderscheiden van de waren of diensten van andere aanbieders.
Een merk is een teken dat geschikt is om producten of diensten te onderscheiden en dat vatbaar is voor grafische voorstelling. Het kan daarbij gaan om een veelheid van tekens, waarbij te denken valt aan klanken, kleuren maar ook vormen. Tot voor kort werd aangenomen dat de driehoekige vorm van Toblerone door veelvuldig gebruik onderscheidend vermogen had gekregen. Het gerechtshof heeft hier recent een streep door gehaald en geconstateerd dat de driehoekige vorm van Toblerone helemaal niet onderscheidend is. Zie ook berichtje in de rubriek Actueel.
Een handelsnaamrecht is eigenlijk niet echt een intellectuele eigendomsrecht in de traditionele zin van het woord. Het recht op een handelsnaam ontstaat simpelweg door het voeren daarvan ter aanduiding van de onderneming. Het is verder een verbodsrecht, dat wil zeggen dat de rechtmatige gebruiker van de handelsnaam die eerder was dan de ander bezwaar kan maken tegen het voeren van dezelfde handelsnaam of een handelsnaam die verwarrend overeenstemt met de handelsnaam van de eerdere gebruiker.
Registratie van een domeinnaam geeft in beginsel geen enkele bescherming. De domeinnaamautoriteiten die de domeinnamen uitgeven, hanteren als uitgangspunt “first come first serve”. Dat betekent dus dat degene die het eerste registreert, daarmee de domeinnaam in handen heeft. Dat is technisch ook niet anders mogelijk omdat er simpelweg geen twee dezelfde domeinnamen kunnen bestaan omdat het in de essentie uiteraard immers gaat om een internetadres.
Met een domeinnaam kan overigens wel inbreuk gemaakt worden op IE-rechten van derden, waarbij met name te denken valt aan merk- en handelsnaamrecht. Maar ook om andere reden kan het gebruik van een bepaalde domeinnaam onrechtmatig zijn tegenover derden. Inbreuk op rechten van derden kan overigens uit onverwachte hoek ineens komen. Gezien de grenzeloosheid van het internet is ook het risico op inbreuk op merkrechten of andere rechten van derden groter dan in de off-line wereld.
Onder de bescherming van modelrecht valt het nieuw uiterlijk van voorwerpen. Voor modelrecht komt een veelheid van uiterlijke elementen in aanmerking zoals driedimensionale vormgeving, tweedimensionale vormgeving, dessins, grafische tekens e.d. Bescherming ontstaat door depot van een model per land, voor de Benelux, internationaal of voor de gehele Europese Unie via het gemeenschapsmodel.
Onder modelrecht valt uitdrukkelijk niet een vorm die vereist is voor een bereik van een technisch effect. Het vereiste van nieuwheid betekent dat 50 jaar eerder een (nagenoeg) zelfde uiterlijk niet moet hebben bestaan en ook moet er geen eerder gedeponeerd model zijn. Ook een model dat strijdt met goede zeden of openbare orde of onvoldoende duidelijk is uit het depot, leidt niet tot een geldig modelrecht.
Gedurende het eerste jaar na de openbaarmaking van het betreffende model geldt een periode waarin het product op de markt gebracht kan worden en alsnog kan worden gedeponeerd. Dat geldt ook voor de Europese Unie.
Voor de Benelux kan worden geregistreerd voor 5 jaar met tweemaal de mogelijkheid om de registratie te verlengen. Dat geldt ook voor de Europese Unie.
Een andere belangrijke bepaling is de bepaling in de Europese regelgeving dat gedurende drie jaar een niet geregistreerd gemeenschapsmodel ook een bepaalde mate van bescherming toekomt. Het gaat dan om bescherming tegen namaak van het product. Deze bepaling is ingekomen in het streven van de Europese Unie om piraterij zoveel mogelijk te voorkomen.
Onder het octrooirecht vallen nieuwe uitvindingen waarvoor uitvinderswerkzaamheid is verricht en die toepasbaar zijn in de nijverheid. Het kan daarbij gaan om voortbrengselen of werkwijze.
Een octrooi ontstaat door een aanvraag op nationaal niveau, internationaal niveau of Europees niveau. In Nederland bestond een bijzondere regeling voor het zogeheten registratieoctrooi met een maximale geldigheidsduur van zes jaar. Daarbij was geen voorafgaand nieuwheidsonderzoek vereist. Deze vorm is medio 2008 afgeschaft. Nu is het dus uitsluitend mogelijk om octrooi aan te vragen met een maximale geldigheidsduur van 20 jaar (met voorafgaand nieuwheidsonderzoek). Het nieuwheidsonderzoek is bovendien recent omgedoopt tot ‘onderzoek naar de stand van de techniek’.
Voor nieuwe plantenrassen kan een intellectuele eigendomsrecht worden aangevraagd. Hiervoor is onder andere vereist dat het moet gaan om een plantenras dat onderscheidbaar is, dat wil zeggen afwijkt van eerder bekende rassen. Bovendien moet het nieuwe plantenras homogeen zijn, dat wil zeggen dat er meerdere planten van hetzelfde nieuwe ras moeten worden geproduceerd met eenzelfde expressie en bovendien geldt dat na vermeerdering geen relevante afwijkingen mogen voorkomen. Het moet gaan om een bestendig ras, dat wil zeggen dat het ras in opvolgende vermeerderingsrondes consistent zijn eigenschappen behoudt. Dat is op zich natuurlijk niet onlogisch omdat anders niet duidelijk is wat nu het voorwerp van bescherming is.
Kwekersrecht kan worden verkregen door aanvraag voor Nederland (op grond van de Zaai- en Plantgoedwet 2005) bij de Raad voor Plantenrassen, voor de hele Europese Unie bij het Communitair Bureau voor de Plantenrassen (CVPO) te Angers (Frankrijk) of via een internationale aanvraag voor bepaalde lidstaten van het UPOV verdrag (l’Union Internationale pour la Protection des Octations Végetales) bij UPOV in Genève.
Het gaat hierbij om bescherming van de lay-out van chips, m.a.w. de topografie van halfgeleiders. Net als bij het auteursrecht ontstaat de bescherming vanzelf door de enkele creatie van het werk zonder dat er formaliteiten aan gesteld worden.
Als u meent dat inbreuk wordt gemaakt op uw rechten of als u wordt beticht van inbreuk, dan kunnen door u of tegen u uiteenlopende vorderingen worden ingesteld.
Eisen
Enkele veel voorkomende vorderingen:
verbod/gebod
dwangsom, gijzeling
opeising, recall, vernietiging, rectificatie/brief aan afnemers
noemen voorman en verdere informatie
publicatie vonnis
voorschot schadevergoeding
volledige kostenveroordeling volgens nieuwe wetgeving Handhaving IE rechten
en eventueel ook winstafdracht en/of schadevergoeding, nietigverklaring of doorhaling
Heel veel IE-zaken worden buiten rechte opgelost. En als de rechter dan toch een uitspraak moet doen, dan blijft het vaak bij een kort geding, gevolgd door een vaststellingsovereenkomst.
Beslag
Verder kan beslag gelegd worden op inbreukmakende goederen. Bij de douane kan worden verzocht om inbreukmakende producten bij de grens al tegen te houden. En sinds een tijdje kan ook beslag gelegd worden op documenten en andere zaken om bewijs te vergaren over een (mogelijke) inbreuk.
Kosten
In Nederland geldt voor procedures bij de gewone rechter als hoofdregel dat de verliezende partij in beginsel alleen wordt veroordeeld in een forfaitair bedrag aan kosten. De Europese wetgever heeft voor IE-zaken een andere regeling opgesteld. Die regeling is intussen in de Nederlandse wet verankerd. In zaken over inbreuk op rechten van intellectuele eigendom is het nu mogelijk om de werkelijke kosten te vorderen (mits de zaak is begonnen na 29 april 2006). In veel gevallen wordt een veroordeling uitgesproken voor een bedrag van zo’n € 15.000.
Er gaan stemmen op om dat systeem in Nederland uit te breiden naar bijv. slaafse nabootsing, maar zover is het nog niet.
Met de nieuwe regeling is het procesrisico in IE-zaken voor beide partijen toegenomen. Dit geldt niet alleen voor de verliezende verweerder maar ook voor de verliezende eiser. Anderzijds kan dit ertoe leiden dat in duidelijke zaken juist wél wordt opgetreden tegen inbreukmakers, omdat in beginsel vergoeding van volledige proceskosten gevorderd kan worden.
publicatiedatum: vrijdag 21 maart 2008