In het blad Juridisch Up To Date schreven Lidian de Weert en Ernst-Jan Louwers een artikel over de mogelijkheid om producten tegen te houden bij de buitengrenzen van de Europese Unie. Het gaat hierbij om producten die mogelijk inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten. Het is een uiterst efficiënt middel om te voorkomen dat inbreukmakende producten terechtkomen in het vrije verkeer binnen de Europese Unie. Het is mogelijk om een dergelijke douanemaatregel in te zetten voor een of meerdere landen of voor de hele EU. De regeling was aanvankelijk bedoeld voor echte namaakartikelen maar kan tevens worden gebruikt voor bestrijding van inbreuk op allerlei rechten van intellectuele eigendom.
Douane: efficiënt bij handhaving IE-rechten
Bij het vermoeden dat IE-rechten worden geschonden, kun je de douane verzoeken potentieel inbreuk makende goederen aan de buitengrenzen van de Europese Unie tegen te houden. In de praktijk blijkt dit een effectief middel om inbreuk in een vroegtijdig stadium op te sporen en verdere verhandeling te voorkomen. Zo kun je proberen te voorkomen dat je niet achter meerdere handelaren aan hoeft te gaan in verschillende lidstaten.
Deze bijdrage bespreekt hoe een dergelijke douaneprocedure verloopt. De douane kan overigens ook ambtshalve (ex officio) optreden; dat bespreken wij niet in deze bijdrage.
Laten we beginnen met een voorbeeld uit de praktijk. Een lading sinaasappels werd verscheept vanuit Egypte naar Rotterdam. De sinaasappels en de dozen waren voorzien van het ingeschreven EU-merk van een ander. Met succes heeft de douane opgetreden op basis van de Anti-piraterij verordening[1] (APV) en een aantal containers weten te vinden. Deze werden vastgehouden op grond van de regeling. Uiteindelijk is de zaak geschikt en zijn de sinaasappelen vrij gegeven. Het gaat dus niet alleen maar om nep-Lacoste shirts of nep-Nike schoenen, maar bijvoorbeeld ook levensmiddelen of technische producten.
Verzoek: Application for Action
Een verzoek tot douane-ophouding vangt aan met het indienen van een aanvraag, een zogeheten ‘application for action’ (AFA). Dit is een (online) formulier[2] gericht aan de douanedienst van de lidstaat waar inbreuk makende goederen mogelijk binnen-komen.[3] Een AFA kan worden ingediend per lidstaat of voor de gehele EU. Een verzoek dat betrekking heeft op één lidstaat, wordt een ‘nationaal verzoek’ genoemd. Een verzoek dat betrekking heeft op meer dan een lidstaat van de Europese Unie, wordt een ‘Unieverzoek’ genoemd. Een Unieverzoek en nationaal verzoek kunnen worden aangemaakt via een online portaal, het IP Enforcement Portal (IPEP).[4] Thans is de werkwijze dat een verzoek in het portaal wordt ingevuld en vervolgens fysiek wordt ondertekend en wordt verzonden naar de douane. Het is de bedoeling dat in de toekomst alles gaat via het portaal, maar hierop is het systeem nog niet ingericht. In Nederland is het ook mogelijk om het nationaal verzoek per e-mail in te dienen.
Een nationaal verzoek en Unieverzoek kunnen worden ingediend door o.a. houders van intellectuele eigendomsrechten, collectieve beheersorganisaties van intellectuele eigendomsrechten en organisaties voor de verdediging van beroepsbelangen.[5] Licentiehouders kunnen alleen een Unieverzoek indienen.[6] In het verzoek wordt aangegeven op welk(e) intellectuele eigendomsrecht(en) het verzoek betrekking heeft. Dit kunnen o.a. zijn: merken, tekeningen, modellen, auteursrechten, naburige rechten, octrooien, kwekersrechten en handelsnamen.[7] Voorwaarde is uiteraard dat het ingeroepen recht bescherming geniet in de lidstaat of de lidstaten waarop het douaneverzoek betrekking heeft. Verder dient in het verzoek informatie te worden opgenomen die de douane nodig heeft voor het herkennen van potentieel inbreuk makende goederen en andere relevante informatie voor de analyse en beoordeling van het risico van inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan specifieke kenmerken van de inbreuk makende producten of namaakgoederen. Bij sommige producten zal dit aanzienlijk lastiger zijn; denk bijvoorbeeld aan planten die inbreuk maken op kwekersrechten. Daarnaast is het voor de douane prettig om zoveel mogelijk extra informatie te hebben over verdachte zendingen, zoals (vermoede) plaats van productie, vervoerder, (mogelijke) plaats van aankomst (bijv. luchthaven of zeehaven), bestemming, geadresseerde, betrokken ondernemingen, handelaren, verpakkingen en containernummers. Aangezien de aanvrager van een douaneprocedure vanaf het begin van de ophouding van de goederen de douanekosten betaalt, zoals opslagkosten, is het verstandig een verzoek niet te breed op te stellen. Het verzoek moet informatie bevatten over de authentieke (‘echte’) goederen, zodat deze niet per ongeluk ook worden vastgehouden door de douane. Denk hierbij aan afbeeldingen, een omschrijving van de onderscheidende kenmerken, verpakkingen en streepjescodes.
Een AFA wordt door de douanedienst binnen 30 dagen toe- of afgewezen. Een verzoek wordt ten hoogste toegewezen voor 1 jaar en kan met 1 jaar worden verlengd. Tegen een afwijzing kan bezwaar worden gemaakt.
Bij een nationaal verzoek stuurt de douanedienst het toegekende verzoek door naar de verschillende douanekantoren in de betreffende lidstaat. In geval van een Unieverzoek wordt een AFA bij de douanedienst van één lidstaat in behandeling genomen, bijvoorbeeld Nederland. Die douanedienst stuurt het besluit tot toewijzing door naar de douanedienst(en) van de andere lidstaten waar tevens om handhaving is gevraagd, bijvoorbeeld Spanje en Duitsland.
Aanpassingen AFA
Gedurende de looptijd van een toegewezen verzoek kan de aanvrager de verstrekte informatie aanpassen en nieuwe informatie toevoegen. Denk hierbij aan nieuwe informatie over de mogelijk inbreuk makende producten, zoals herkomst, leverancier of verpakkingsmateriaal waaraan de inbreuk makende producten zijn te herkennen. Dergelijke informatie kan aan de betrokken douaneautoriteiten worden doorgegeven via een ‘amendment’ van de oorspronkelijke AFA.
Ook wanneer de aanvrager van een toegekend AFA-verzoek een nieuwe potentiële inbreukmaker op het spoor is gekomen tegen wie hij dezelfde intellectuele eigendomsrechten wenst in te roepen, kan dit te worden doorgegeven via een ‘amendment’ van de oorspronkelijke AFA. In sommige gevallen is de aanvrager verplicht een toegekend verzoek aan te passen, bijvoorbeeld wanneer bepaalde ingeroepen rechten zijn komen te vervallen.
Optreden douaneautoriteit
Wanneer de douane goederen aantreft waarvan zij op het eerste gezicht vermoedt dat deze inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht, worden deze in principe door de douane aan de buitengrens opgehouden. Bij een besluit tot ophouding stelt de douane de aangever van de goederen of de houder van de goederen binnen één werkdag op de hoogte. De aanvrager van de AFA wordt dezelfde dag ook op de hoogte gesteld. Tevens laat de douane aan beide partijen weten om hoeveel goederen het gaat (of een inschatting hiervan), en worden eventueel foto’s gedeeld. Vervolgens worden partijen in de gelegenheid gesteld om de goederen op locatie te inspecteren. Ook kan de douane monsters van de opgehouden goederen ter beschikking stellen aan de aanvrager, zodat deze kan vaststellen of er (naar zijn mening) sprake is van inbreuk. Deze monsters moet de aanvrager weer teruggeven.
Na kennisgeving van de ophouding moet de aanvrager van de AFA binnen tien werkdagen aan de douane laten weten of:
- naar zijn mening sprake is van inbreuk; én
- de (inbreukmakende) goederen dienen te worden vernietigd onder douanetoezicht.
De aangever of houder van de opgehouden goederen moet binnen tien werkdagen aan de douane laten weten of hij instemt met vernietiging van de goederen dan wel of hij hiertegen bezwaar maakt.
Bovengenoemde termijnen bedragen drie werkdagen voor zover het gaat om bederfelijke goederen. Dit zijn goederen die binnen 20 dagen bederven, zoals bloemen of vers fruit dat niet zo lang kan worden gekoeld.
Indien bovengenoemde termijnen door de aanvrager niet in acht worden genomen, dan worden de goederen door de douane vrijgegeven. Bij het uitblijven van een reactie door de aangever of houder van de goederen, gaat de douane ervan uit dat wordt ingestemd met vernietiging van de goederen. Het is dus voor beide partijen van belang om op tijd te reageren.
In de veel gevallen stemt de aangever of de houder van de goederen niet zomaar vrijwillig in met vernietiging. Als de aanvrager van de douane-ophouding van mening is dat sprake is van inbreuk én verzoekt om de vernietiging, dan zal de aanvrager binnen tien werkdagen een civiele procedure moeten inleiden en dit aan de douane moeten laten weten. Deze termijn kan op verzoek mits deugdelijk onderbouwd met tien werkdagen worden verlengd. In geval van bederfelijke goederen geldt een termijn van drie werkdagen en kan de termijn niet worden verlengd.
Vernietiging of vrijgave
Opgehouden goederen worden vernietigd door de douane als de aangever of houder van de goederen daarmee hebben ingestemd of te laat of niet hebben gereageerd. Als de aanvrager een civiele procedure is gestart, omdat de aangever of houder van de goederen niet instemt met de vernietiging, dan worden de goederen in beginsel vastgehouden gedurende de looptijd van de procedure. De aangever of houder van de goederen kan de douane ter voorkoming van de vasthouding gedurende de looptijd van de procedure nog verzoeken om vroege vrijgave van de goederen. Daarvoor moet hij dan wel financiële zekerheid stellen. Bovendien is vroege vrijgave alleen mogelijk als het gaat om bepaalde intellectuele eigendomsrechten, waaronder een octrooi, kwekersrecht of model. Vroege vrijgave is niet mogelijk in geval van vermeende merkinbreuk.
Aansprakelijkheid en kosten
De aanvrager van een douane-ophouding moet rekening houden met mogelijke aansprakelijkheid en kosten die door de douanediensten worden gemaakt. Dit laat de mogelijkheid om deze kosten achteraf te verhalen op de inbreukmaker onverlet. De aanvrager kan de douane verzoeken om een kostenraming zodra hij in kennis is gesteld van een ophouding. Aan de hand hiervan kan hij zijn belang inschatten.
Zoals al aangegeven moet het verzoek voldoende gespecificeerd zijn, zodat slechts (potentieel) inbreuk makende goederen worden gesignaleerd. Daarnaast moet de aanvrager van een douane-procedure snel handelen en reageren op meldingen van de douane, zodat eventuele niet-inbreukmakende goederen direct worden vrijgegeven.
Procedure kleine zendingen
De douane kent nog een speciale, vereenvoudigde procedure voor zogeheten ‘kleine zendingen’. Een kleine zending is een zending die per post of expresvervoer wordt verstuurd en maximaal twee stuks bevat of een brutogewicht van minder dan twee kilogram heeft. Om toepassing van de kleine zendingen procedure moet expliciet verzocht worden en de procedure wordt slechts toegepast wanneer wordt vermoed dat de goederen zijn nagemaakt of door piraterij zijn verkregen.[8] Verder moet het gaan om niet bederfelijke waren.
Bij de procedure kleine zendingen informeert de douane direct de aangever of houder van de goederen binnen één werkdag voornemens te zijn de goederen te vernietigen. Dit wijkt af van de ‘normale procedure’, waarin eerst de aanvrager dient aan te geven of er sprake is van een inbreuk en of hij instemt met de vernietiging. De aangever of houder van de goederen dient na de kennisgeving binnen tien werkdagen zijn standpunt bekend te maken, waaronder of hij instemt met de vernietiging van de desbetreffende goederen. Indien hij nalaat te reageren binnen de termijn van tien werkdagen, dan wordt geacht instemming te zijn gegeven en worden de goederen vernietigd.
Als de aangever of houder van de goederen niet instemt met de vernietiging, dan wordt de aanvrager van de douane-maatregel pas op de hoogte gesteld, inclusief aantallen, aard, afbeeldingen, en heeft vervolgens tien werkdagen om een procedure te starten en hiervan de douane op de hoogte te stellen. In geval geen civiele procedure wordt gestart en/of nalaat hiervan de douane op de hoogte te stellen, worden de goederen alsnog vrijgegeven.
Slot
Het systeem van de APV heeft zijn waarde dubbel en dwars bewezen.[9] De toepassing is zeker niet beperkt tot keiharde namaak van producten maar ook ter bescherming van andere intellectuele eigendomsrechten. Het is een set gecompliceerde regels maar wel een uiterst effectief middel om verhandeling binnen de EU of bepaalde lidstaten te voorkomen. Daardoor is handhaving van de rechten veel eenvoudiger.
We helpen u graag verder
Wij beschikken over praktijkervaring met de douanemaatregelen. Hoewel in theorie de aanvraag relatief eenvoudig via een online formulier kan worden gedaan, is de praktijk iets ingewikkelder. Zo moet het online formulier worden uitgeprint, ondertekend en worden toegestuurd naar de douane. Het “IPEP portal” is nog niet zo ingericht dat alles volledig langs elektronische weg verloopt.
Mocht u meer informatie willen, neem dat vrijblijvend contact op met één van de auteurs Ernst-Jan Louwers of Lidian de Weert. Bovenstaand artikel verscheen eerder in Juridisch up to Date, het volledige artikel kan ook worden bekeken via deze link.
Voetnoten
[1] Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad, Pb EU 29 juni 2013, L. 181, p. 15.
[2] Het verzoekformulier is vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2035, bijlage I en tevens te raadplegen via: https://taxation-customs.ec.europa.eu/document/download/560e8a98-f973-4eef-9148-d55f4b83bc84_nl?filename=2021%20APPLICATION%20FOR%20ACTION_NL.pdf.
[3] De lijst van bevoegde douanedienst per lidstaat kan worden geraadpleegd via: https://taxation-customs.ec.europa.eu/system/files/2023-05/contactlist_applications%20for%20action%20%28AFA%29_en.pdf.
[4] https://www.ipenforcementportal.eu.
[5] Artikel 3 APV.
[6] In geval een licentiehouder een Unieverzoek wenst in te dienen namens de IE-rechthebbende/licentiegever, moet de licentie betrekking hebben op het grondgebied van twee of meer lidstaten. Daarnaast moet de licentiehouder toestemming hebben van de IE-rechthebbende/licentiegever om in die lidstaten een procedure in te leiden teneinde vast te stellen of inbreuk is gemaakt op het IE-recht (artikel 3 lid 3 APV).
[7] Artikel 2 lid 1 APV.
[8] Artikel 26 lid 1 onderdeel a APV. Met door piraterij verkregen wordt bedoeld goederen die inbreuk maken een auteursrecht, naburig recht, model of tekening.
[9] Op de website van de Belastingdienst staat een schema over hoe een procedure douane-ophouding in grote lijnen verloopt. Zie: https://www.belastingdienst.nl/bibliotheek/handboeken/html/boeken/HVGEM/intellectuele_eigendomsrechten-werking_verordening_608_2013.html.