Samenhangende overeenkomsten
Uit vaste rechtspraak volgt dat overeenkomsten zo nauw met elkaar verbonden kunnen zijn, dat gebeurtenissen in de ene overeenkomst gevolgen hebben voor de andere overeenkomst tussen dezelfde of (deels) andere partijen. Dit wordt ook wel lotsverbondenheid genoemd. Dit houdt bijvoorbeeld in dat ontbinding van de ene overeenkomst, ook het einde van de andere overeenkomst betekent. Maar soms kunnen ook de betalingsverplichtingen uit de ene overeenkomst worden opgeschort vanwege wanprestatie in de andere overeenkomst.
Toets van omstandigheden
In het standaardarrest op dit gebied betrof het een overeenkomst tussen Fotospeciaalzaak Foto Noort en AgfaPhoto Netherlands in verband met de huurkoop van een minilab. Foto Noort had ter financiering van de huurkoop een overeenkomst gesloten met AgfaPhoto Finance. AgfaPhoto Netherlands ging failliet. De Hoge Raad oordeelde dat de tekortkoming in de nakoming van de huurkoopovereenkomst ook ontbinding van de financieringsovereenkomst rechtvaardigde. De Hoge Raad gaf dat oordeel vanwege de nauwe samenhang tussen de overeenkomsten. In een ander arrest werd geoordeeld dat in geval van samenhangende overeenkomsten, de betalingsverplichtingen uit hoofde van de ene overeenkomst mogen worden opgeschort als sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een andere overeenkomst.
Daarna is in vele uitspraken lotsverbondenheid aangenomen. Daarbij speelden de volgende omstandigheden een rol:
- zonder de ene overeenkomst zou de andere overeenkomst niet zijn aangegaan;
- de overeenkomsten zijn op dezelfde dag gesloten;
- de overeenkomsten hebben hetzelfde doel;
- twee partijen (A en B) trokken samen op bij de onderhandelingen inzake het sluiten van overeenkomsten met partij C;
- twee partijen (A en B) werden bij het sluiten van hun overeenkomsten met een derde partij (C) door dezelfde persoon vertegenwoordigd. Voor partij C was het dus alsof zij bij beide overeenkomsten met dezelfde partij te maken had.
Nuancering
In 2014 werd de lotsverbondenheid van overeenkomsten al wat genuanceerd. De Hoge Raad oordeelde dat een feitelijk-economische samenhang tussen overeenkomsten niet hoeft te betekenen dat gebeurtenissen in de ene overeenkomst altijd gevolgen hebben voor de andere overeenkomst(en). Uitgangspunt is dat overeenkomsten alleen partijen binden. In vervolg daarop heeft de Hoge Raad in een inmiddels nieuw standaardarrest aangegeven dat enkel een nauwe samenhang onvoldoende is om te oordelen dat overeenkomsten elkaars lot volgen. Een rechter moet goed motiveren waarom in deze specifieke situatie het einde van een overeenkomst tussen twee partijen, ook het einde van een overeenkomst met een andere partij met zich meebrengt.
Samenhangende IT-overeenkomsten
Hoe is dit bij IT-overeenkomsten geregeld? Denk daarbij aan een implementatieovereenkomst, een licentieovereenkomst, een onderhoudsovereenkomst, een Service Level Agreement en een verwerkersovereenkomst die allemaal ten behoeve van één IT-project worden gesloten. Deze overeenkomsten kunnen de IT-leverancier en de afnemer betreffen, maar er kunnen ook overeenkomsten met derde partijen worden gesloten. Grote softwarelicentiegevers laten hun software veelal door IT-implementatiepartners implementeren. De softwarelicentie- (en onderhouds)overeenkomst wordt dan met de softwarelicentiegever gesloten, de implementatieovereenkomst met de IT-partner.
Wanneer vervolgens de resultaten van het IT-project tegenvallen, willen afnemers meestal graag de gehele set overeenkomsten ontbinden. Maar wat als de ontevredenheid alleen wordt veroorzaakt door de implementatie van de software, maar met de software op zichzelf niets mis is? Ook het omgekeerde kan het geval zijn: de implementatie is op zichzelf goed verlopen, maar gaandeweg het traject blijkt dat de software de benodigde/gewenste functionaliteiten ontbeert. Rechtvaardigt een tekortkoming in een van de overeenkomsten dan wel ontbinding van alle overeenkomsten?
Het lijkt erop dat rechters afnemers, in geval van overeenkomsten tussen (slechts) twee partijen, hierbij te hulp schieten. In een uitspraak nam het hof lotsverbondenheid aan omdat de IT-overeenkomsten tegelijkertijd tussen partijen waren uitonderhandeld, ongeveer tegelijkertijd waren gesloten en ook inhoudelijk sterke samenhang vertoonden. In een andere uitspraak oordeelde het hof dat door het uitblijven van de oplevering van bepaalde apps niet alleen de ontwikkelingsovereenkomst mocht worden ontbonden, maar ook de onderhoudsovereenkomsten. De onderhoudsovereenkomsten hadden als doel het doorvoeren van kleine aanpassingen in de reeds opgeleverde apps. De onderhoudsovereenkomsten veronderstelden dus dat de apps waren opgeleverd, wat niet was gebeurd. Daarom rechtvaardigde de ontbinding van de ontwikkelingsovereenkomst eveneens ontbinding van de onderhoudsovereenkomsten.
Zoals gezegd waren bij deze uitspraken dus geen derde partijen betrokken. Het is vooralsnog niet duidelijk of lotsverbondenheid ook wordt aangenomen indien de licentiegever wel een derde partij is en er geen gebreken in de software zitten. Vanwege de nuance die de Hoge Raad heeft aangeven ten aanzien van samenhangende overeenkomsten in het algemeen (zie hierboven), valt dit te betwijfelen.
Afgezien daarvan is het ook om andere redenen het overwegen waard om in geval van een tekortkoming in de ene overeenkomst, de andere overeenkomst(en) in stand te laten. Wanneer bijvoorbeeld de implementatie tegenvalt, kan worden overwogen om de software door een andere IT-partner te laten implementeren. Op die manier wordt voorkomen dat het hele selectietraject ten aanzien van de software opnieuw moet worden uitgevoerd. Het omgekeerde geldt eveneens. In geval van gebrekkige software, kan het zinvol zijn om de implementatieovereenkomst in stand te laten. Het implementeren van software begint in veel gevallen met het beschrijven en inrichten van de werkprocessen van de afnemer, waar vaak vele workshops aan worden gewijd en werkzaamheden voor worden verricht. Hieraan zijn niet alleen veel kosten verbonden voor de afnemer, er gaat ook heel veel tijd en energie van de medewerkers in zitten. Als het mogelijk is om de implementatie voort te zetten met andere software, waarbij dan voor de overlappende werkzaamheden een passende regeling wordt getroffen (wat uiteraard wel de nodige flexibiliteit van beide partijen vraagt), is het heel erg zonde indien onnodig alle reeds bestede tijd, kosten en energie worden weggegooid.
Conclusie
Hoewel niet klakkeloos moet worden aangenomen dat sprake is van lotsverbondenheid tussen samenhangende overeenkomsten, is het wel iets om serieus rekening mee te houden bij het opstellen van overeenkomsten, bij het opschorten van betalingsverplichtingen uit hoofde van de overeenkomst(en) en bij het beëindigen ervan. Daarnaast is het raadzaam om te overwegen of lotsverbondenheid in alle gevallen het meest opportuun is.
Tips
- Ter voorkoming van onzekerheid kan in de overeenkomst een artikel worden opgenomen dat de ene overeenkomst het lot van de andere overeenkomst volgt, of dat hiervan juist geen sprake is. Als partijen hierover hebben onderhandeld, zullen rechters het beding niet gauw buiten toepassing laten. Dat kan een voordeel zijn, maar het is in ieder geval iets om in het achterhoofd te houden.
- Het is altijd goed om ook de overweging te maken of het beëindigen van de andere overeenkomst(en) wel opportuun is, of dat er wellicht nog kansen liggen om reeds geïnvesteerde tijd en kosten niet onnodig weg te gooien.
- Win advies in wanneer het niet duidelijk is wat de mogelijkheden zijn voor beëindiging van de overeenkomst(en) of de daaraan vaak voorafgaande opschorting van betalingsverplichtingen.
Meer weten of assistentie nodig?
Neem dan contact op met ons team.