Hoe ontstaat het modelrecht?

Benelux depot

Wie enkel bescherming binnen de Benelux wenst te verkrijgen kan zijn model deponeren bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Een modelrecht dat enkel geldig is in Nederland bestaat dus niet.

De indiening moet worden voorzien van een (foto)grafische afbeelding van het uiterlijk van het voortbrengsel. Daarnaast kan een beschrijving van het voortbrengsel worden toegevoegd, maar bij tegenstrijdigheid is de afbeelding van het uiterlijk bepalend. Er kan één model worden ingeschreven (een enkelvoudig depot). Maar er kunnen ook meerdere modellen, tot een maximum van vijftig, tegelijkertijd worden ingeschreven (een meervoudig depot). Dit is bijvoorbeeld handig wanneer een hele serie stoffen of patronen is ontworpen.

Het BBIE controleert vervolgens of aan alle formele vereisten voor inschrijving voldaan is. Wanneer dit het geval is wordt een depotdatum vastgesteld. Na het depot volgt inschrijving in het register van Benelux depots en vanaf dat moment ontstaat het modelrecht. De inschrijving wordt vervolgens gepubliceerd. De deposant kan wel verzoeken om deze publicatie met een jaar uit te stellen. Dit geeft de modelhouder de tijd om zijn model op de markt te brengen zonder dat hij bang hoeft te zijn voor eventuele vroegtijdige nabootsing.

Internationaal depot

Een modelrecht kan ook verkregen worden door inschrijving van een internationaal depot bij de World Intellectual Property Organisation (WIPO) in Genève. Hiermee kan door middel van één enkel depot bescherming in alle (of een deel van) de lidstaten, die aangesloten zijn bij de overeenkomst van ’s-Gravenhage, verkregen worden.

De deposant dient zelf aan te geven in welke lidstaten hij een modelrecht zou willen. Dit betekent dat een internationaal modelrecht in feite bestaat uit een bundel nationale modellen. Het voordeel hiervan is dat een modelrecht in meerdere landen verkregen kan worden tegen een lager tarief, dan wanneer bij elk van de nationale bureaus afzonderlijk een aanvraag moet worden ingediend. De bescherming van de desbetreffende modelrechten wordt beheerst door het nationale recht van de desbetreffende landen.

Gemeenschapsmodel

Sinds 2002 bestaat eveneens de mogelijkheid om via één modelregistratie een modelrecht te verkrijgen voor alle landen binnen de Europese Unie. Dat kan door een depot bij het Bureau voor Harmonisatie binnen de Interne Markt (BHIM) in het Spaanse Alicante of bij het BBIE.

Het BHIM toetst vervolgens of aan alle (formele) vereisten voldaan is en als dit het geval is wordt het depot ingeschreven en gepubliceerd. Belangrijk om te vermelden is dat er, in tegenstelling tot het gemeenschapsmerk, geen oppositieprocedure ingesteld kan worden. Eventuele nietigverklaring kan wel worden ingeroepen.

Niet-ingeschreven gemeenschapsmodel

Tot slot bestaat ook nog het niet-ingeschreven gemeenschapsmodel. Dit modelrecht hoeft niet aangevraagd of ingeschreven te worden, maar komt vormvrij tot stand. Deze bescherming is met name van belang voor bedrijfstakken die werken met modellen met een korte levensduur. Denk bijvoorbeeld aan de mode- en textielindustrie. Een modelregistratie kan vanwege de kosten en administratieve rompslomp onnodig bezwarend zijn voor kledingontwerpers die meerdere collecties per jaar uitbrengen. Daar staat echter wel tegenover dat de modelhouder enkel kan optreden tegen bewuste nabootsing van zijn model en dit model slechts drie jaar beschermd kan worden (tegenover een maximum 25 jaar bij ingeschreven modellen).