
Datalek Bevolkingsonderzoek – Nieuwsbrief week 36
In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de feiten rond het datalek bij Bevolkingsonderzoek Nederland, beantwoorden we veelgestelde vragen en duiden we de juridische stand van zaken.
Recent verduidelijkte het Hof dat commerciële belangen onder voorwaarden kunnen gelden als gerechtvaardigd belang voor gegevensverwerking onder de AVG. In deze blog bespreken we de uitspraak en geven we een 5-stappenplan voor het verwerken van persoonsgegevens op grond van gerechtvaardigde belangen.
Op 4 oktober 2024 deed het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het ‘Hof’) een belangrijke uitspraak over de toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze uitspraak biedt meer duidelijkheid over hoe organisaties in Nederland gerechtvaardigd belang kunnen aanvoeren als wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens, bijvoorbeeld in situaties waarin expliciete toestemming van betrokkenen niet mogelijk is.
De uitspraak benadrukt dat een beroep op gerechtvaardigd belang niet lichtzinnig moet worden opgepakt; organisaties moeten dit grondig onderbouwen en kunnen aantonen dat de verwerking voldoet aan strikte voorwaarden. Tegelijkertijd biedt de uitspraak kansen voor organisaties om, wanneer aan alle voorwaarden is voldaan en voldoende maatregelen zijn getroffen, persoonsgegevens rechtmatig te kunnen verwerken.
Enkele dagen na de uitspraak, op 8 oktober 2024, publiceerde het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) nieuwe richtlijnen betreffende het verwerken van persoonsgegevens op basis van gerechtvaardigd belang. In dit artikel bespreken we de belangrijkste overwegingen van het Hof, delen we praktijkvoorbeelden om deze rechtsgrond correct te implementeren en geven we op basis van de EDPB-richtlijnen een vijf-stappenplan voor het toepassen van gerechtvaardigd belang binnen uw organisatie.
De procedure bij het Hof draaide om een geschil tussen de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond (KNLTB) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De KNLTB had zonder toestemming de persoonsgegevens van 350.000 leden, waaronder namen, adressen, telefoonnummers en e-mailadressen, verkocht aan sponsoren, waaronder de grootste aanbieder van kansspelen in Nederland. Dit leidde tot een boete van de AP wegens schending van de AVG, omdat de AP oordeelde dat het delen van deze gegevens niet was toegestaan zonder expliciete toestemming van de leden.
Volgens de AP kan een gerechtvaardigd belang op grond van artikel 6, lid 1, onder f) van de AVG alleen gebaseerd zijn op een belang dat expliciet in de wet is vastgelegd. De KNLTB was het hier niet mee eens. De KNLTB voerde aan dat de verkoop van de persoonsgegevens het belang diende om de relatie met haar leden te versterken door hen extra voordelen te bieden via partners. Volgens de KNLTB rechtvaardigde dit belang het gebruik van gerechtvaardigd belang als rechtsgrond voor de verwerking van persoonsgegevens onder de AVG. Over dit twistpunt werden vragen gesteld aan Hof, een instantie die onder andere de taak heeft om de correcte en uniforme toepassing van EU-recht in alle lidstaten te waarborgen.
Het Hof oordeelde dat de AP een te beperkte uitleg gaf aan het begrip “gerechtvaardigd belang” in artikel 6, lid 1, onder f) van de AVG. Het Hof verduidelijkt dat commerciële belangen in principe kunnen kwalificeren als een gerechtvaardigd belang, op voorwaarde dat aan bepaalde criteria wordt voldaan. Zo moet de verwerking van persoonsgegevens strikt noodzakelijk zijn om het beoogde doel te bereiken, en mag er geen andere, minder ingrijpende manier zijn om hetzelfde doel te realiseren. Bovendien moeten de rechten en vrijheden van de betrokkenen niet zwaarder wegen dan het belang van de organisatie, waarbij rekening wordt gehouden met de redelijke verwachtingen van de betrokkenen en de aard en omvang van de gegevensverwerking.
Hoewel het Hof de mogelijkheid van commerciële belangen als gerechtvaardigd belang erkende, betekent dit niet dat de boete die aan de KNLTB is opgelegd automatisch onterecht is of wordt kwijtgescholden. Het Hof heeft namelijk geen uitspraak gedaan over de specifieke rechtmatigheid van de gegevensverwerking door de KNLTB, maar heeft enkel verduidelijking gegeven over de interpretatie van “gerechtvaardigd belang” in het kader van de AVG. Het is nu aan de rechtbank Amsterdam om te oordelen of het belang waarop de KNLTB zich beroept, daadwerkelijk kan worden aangemerkt als een gerechtvaardigd belang en of de verwerking voldeed aan de eisen van de AVG.
Het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) publiceerde vier dagen na de uitspraak van het Hof in de KNLTB-zaak een aantal richtlijnen. Deze richtlijnen bieden nadere verduidelijking over hoe organisaties het begrip “gerechtvaardigd belang” als rechtsgrond kunnen toepassen voor gegevensverwerking. In overeenstemming met de uitspraak van het Hof, stellen de richtlijnen dat organisaties aan drie cumulatieve voorwaarden moeten voldoen om gerechtvaardigd belang op een juiste manier te gebruiken:
De EDPB benadrukt dat gerechtvaardigd belang niet mag worden gebruikt als een “vangnet” wanneer andere rechtsgronden, zoals toestemming of de uitvoering van een contract, niet van toepassing zijn. Organisaties moeten zorgvuldig documenteren waarom deze rechtsgrond wordt gebruikt en moeten kunnen aantonen dat zij de juiste afwegingen hebben gemaakt om te voldoen aan de AVG, om zo het risico op boetes en andere sancties te minimaliseren.
Het voldoen aan de voorwaarden voor een beroep op gerechtvaardigd belang vereist een grondige en gedetailleerde analyse, die wordt uitgewerkt en gedocumenteerd in een zogenoemde Legitimate Interest Assessment (LIA).1 In een LIA worden de drie bovengenoemde voorwaarden systematisch beoordeeld en vastgelegd om de rechtmatigheid van de gegevensverwerking te onderbouwen. Door een LIA uit te voeren kunnen organisaties:
Hieronder worden enkele praktijkvoorbeelden gegeven die laten zien hoe gerechtvaardigd belang kan worden toegepast. Let op: aan onderstaande voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend; ze dienen uitsluitend ter illustratie en vormen geen juridisch advies. Elke situatie moet afzonderlijk worden beoordeeld, waarbij een zorgvuldige belangenafweging en passende waarborgen essentieel zijn om te voldoen aan de vereisten van de AVG.
Een winkelketen stuurt e-mails met aanbiedingen naar klanten die recent een digitale aankoop hebben gedaan. Dit kan als gerechtvaardigd belang worden gezien, omdat i) de winkeleigenaar een legitiem belang heeft om klantcontact met bestaande klanten te onderhouden, ii) hij zijn bestaande klanten niet anders kan bereiken dan via het e-mailadres wat ze hebben achtergelaten en iii) de impact voor bestaande klanten laag is als zij een e-mail ontvangen waar zij zich ook direct voor kunnen afmelden. Daarnaast speelt nog mee dat klanten redelijkerwijs kunnen verwachten dat ze dergelijke berichten ontvangen. Wel moet de mogelijkheid worden geboden om zich af te melden, zodat de verwerking aan de AVG voldoet.
Een bedrijf plaatst beveiligingscamera’s bij de ingang van haar kantoor om diefstal te voorkomen. Dit kan gerechtvaardigd zijn, omdat i) het bedrijf een legitiem belang heeft om haar eigendommen en de veiligheid van personeel en bezoekers te beschermen, ii) het cameratoezicht een direct, noodzakelijk middel is om de beveiliging te waarborgen (er zijn geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar), en iii) er passende maatregelen zijn getroffen, zoals het beperken van het filmen tot openbare ruimtes en het duidelijk informeren van bezoekers en werknemers over het cameratoezicht. Aanvullend worden nog extra maatregelen getroffen om de privacy van werknemers en bezoeker te beschermen, zoals het hanteren van bewaartermijnen en het beperken van de toegang tot het camerasysteem.
Bij een bedrijfsovername wordt het klantenbestand overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Dit kan als gerechtvaardigd belang worden beschouwd, omdat i) de nieuwe eigenaar een legitiem belang heeft om de klanten te behouden en de bedrijfsactiviteiten voort te zetten, ii) de overdracht van het klantenbestand noodzakelijk is voor het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening, en iii) passende maatregelen zijn getroffen om de rechten van de klanten te waarborgen, zoals het tijdig informeren van de klanten en het bijwerken van de privacyverklaring. Daarnaast wordt klanten de mogelijkheid geboden om hun gegevens te laten verwijderen indien zij dit wensen.
Op basis van de EDPB-richtlijnen hebben wij een praktisch stappenplan ontwikkeld om uw organisatie te helpen bij het toepassen van gerechtvaardigd belang als rechtsgrond voor de verwerking van persoonsgegevens. Dit stappenplan leidt tot een gedocumenteerde LIA, waarmee uw organisatie de rechtmatigheid van haar verwerking kan onderbouwen.
De eerste stap is om duidelijk te omschrijven welk belang uw organisatie wil nastreven door de verwerking van persoonsgegevens. Dit belang moet niet in strijd met andere wetten, concreet geformuleerd en daadwerkelijk aanwezig zijn. Voorbeelden van gerechtvaardigde belangen zijn onder andere commerciële doeleinden (zoals direct marketing), beveiliging (bijvoorbeeld cameratoezicht), fraude- en misbruikpreventie, of interne administratieve doeleinden binnen een groep van ondernemingen.
Het is belangrijk om te kunnen aantonen waarom dit belang gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld door te verwijzen naar bedrijfsdoelen, wettelijke verplichtingen of wetenschappelijke doeleinden.
In deze stap moet de organisatie beoordelen of de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is om het geïdentificeerde belang te dienen. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen gegevens die need to have en nice to have zijn.
Ook moet in het kader van het beginsel van minimale gegevensverwerking worden beoordeeld of geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn die hetzelfde doel zouden kunnen bereiken.
De belangenafweging is de belangrijkste en meest intensieve stap in het proces om gerechtvaardigd belang als rechtsgrond toe te passen. Hierbij moet de organisatie zorgvuldig de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkenen afwegen tegen het eigen gerechtvaardigd belang. Hierbij moet rekening worden gehouden met:
Om de rechten van de betrokkenen te waarborgen, moeten organisaties passende maatregelen treffen. Deze waarborgen zorgen ervoor dat de verwerking van persoonsgegevens in lijn is met de AVG en dat de rechten van betrokkenen worden gerespecteerd. Hieronder worden enkele belangrijke waarborgen beschreven:
De AVG vereist dat organisaties kunnen aantonen dat zij de verplichtingen uit de AVG naleven, ook wel de verantwoordingsplicht genoemd. Dit betekent dat organisaties gedetailleerde documentatie moeten bijhouden van alle stappen die zijn ondernomen om de AVG na te leven. Daarom is het essentieel om alle bovenstaande stappen goed te documenteren:
Organisaties moeten deze documentatie op verzoek kunnen overleggen aan de toezichthouder, zoals de Autoriteit Persoonsgegevens, om te laten zien dat de verwerking voldoet aan de vereisten van de AVG.
De uitspraak van het Hof van Justitie verduidelijkt dat commerciële belangen onder bepaalde omstandigheden kunnen worden aangemerkt als gerechtvaardigd belang volgens de AVG, mits organisaties aan strenge voorwaarden voldoen. Organisaties moeten ervoor zorgen dat de verwerking noodzakelijk is en dat de rechten van betrokkenen worden gerespecteerd. Het voldoen aan de AVG betekent niet alleen dat organisaties de richtlijnen van de EDPB moeten volgen, maar ook dat zij grondige documentatie moeten bijhouden van de gemaakte belangenafweging.
Bent u benieuwd hoe uw organisatie gerechtvaardigd belang correct kan toepassen en compliant kan blijven met de AVG? Of zoekt u juridische ondersteuning bij het uitvoeren van een Legitimate Interest Assessment? Neem dan vrijblijvend contact op met Sven van Dooren of ons team via ons contactformulier.