Opvallend is hoe vaak Proximedia – al dan niet onder de naam MKB Clickservice – in gerechtelijke uitspraken terugkomt. Sinds 2010 zijn er al ruim 145 zaken gepubliceerd waarin dit bedrijf partij was, vaak met juist dit soort geschillen als onderwerp.
Wat rechters recent oordeelden
Dwaling bij onduidelijke afspraken
Een kleine ondernemer tekende in zijn winkel een overeenkomst met MKB Clickservice. Het gesprek verliep aan de hand van een tarievenformulier met doorgestreepte bedragen en handgeschreven aanpassingen. Achteraf blijkt onduidelijk wat precies zou worden geleverd en wanneer en hoeveel moest worden betaald. De overeenkomst zelf was i) lastig leesbaar, ii) de ondernemer was de Nederlandse taal nauwelijks machtig en iii) hij moest direct beslissen.
De kantonrechter oordeelde dat sprake was van dwaling (art. 6:228 BW): door onvolledige/verwarrende informatie bestond een verkeerde voorstelling van zaken. De overeenkomst werd vernietigd; de vorderingen van de aanbieder werden afgewezen en een al door de ondernemer betaald bedrag moest terugbetaald worden door MKB Clickservice. De ondernemer kreeg dus gelijk.
Wilsgebrek door herhaald bellen en bliksemsnelle “activatie”
Een kleine zorg-vof werd herhaaldelijk gebeld door Mediagarant, een online-marketingbureau. Op een eerdere offerte was niet gereageerd, maar op 23 maart 2020 volgde opnieuw een aanbod: een vijfjarig pakket voor € 250 per maand (totale waarde: € 15.000). Enkele minuten na verzending van de offerte belde de verkoper wederom. Ditmaal sprak hij met de andere vennoot dan degene die hem eerder afwees. Tijdens het gesprek werd de vennoot gevraagd in te loggen via de knop “Log in en activeer uw Standaard Mediapakket”, waarna zij binnen enkele minuten in de beveiligde omgeving de bestelling afrondde met “Activeer mijn Standaard Mediapakket”. Volgens de audit trail zat er minder dan tien minuten tussen het e-mailaanbod en het activeren ervan; er verliepen zelfs maar twee minuten tussen het inzien van de (concept)overeenkomst en het klikken op “Activeer”. Bij ontvangst van de eerste factuur liet de vof direct weten geen gebruik te willen maken van de diensten, maar Mediagarant hield vast aan betaling.
Het hof oordeelde dat het proces van het sluiten van de overeenkomst ondeugdelijk was. De extreme snelheid van het proces maakte het onmogelijk de gevolgen te overzien. Daarnaast was de UI verwarrend: de login- en activeerknoppen leken sterk op elkaar, terwijl de juridische gevolgen wezenlijk verschilden. Daarom ontbrak bij de afnemer de wil om te contracteren (art. 3:33 BW) en mocht Mediagarant niet gerechtvaardigd vertrouwen op instemming (art. 3:35 BW). Uitkomst: geen overeenkomst en dus geen betalingsplicht.
Wél een geldige overeenkomst, maar geen geldige exitboete
In een andere zaak stond Proximedia opnieuw tegenover een kleine ondernemer. Dit keer ging het om een eenmanszaak in de bouw die bij hem thuis een standaardovereenkomst tekende voor “internetprestaties” en SEA-campagnes. De looptijd was 24 maanden en de maandelijkse kosten circa € 240 plus een klein advertentiebudget. De ondernemer had daarbij ook een tarievenoverzicht ondertekend. Anders dan in de eerdere zaak was hier dus wél duidelijk welke diensten er waren afgesproken, tegen welk tarief en voor welke periode.
Kort na ontvangst van de welkomstbrief liet de ondernemer weten dat hij toch geen gebruik wenste te maken van de diensten van Proximedia. Hij verzocht dat de website niet zou worden opgeleverd en dat de diensten niet werden doorgezet. Proximedia bood aan de overeenkomst af te kopen tegen betaling van 40% van de resterende waarde van de overeenkomst (ongeveer € 2.200). Dat aanbod werd afgewezen. Toch startte Proximedia haar werkzaamheden en zette zij landingspagina’s en een advertentiecampagne online, zonder verdere betrokkenheid en tegen de expliciete instructies van de ondernemer. Toen betalingen uitbleven, begon Proximedia een incassoprocedure.
De kantonrechter stelde vast dat er een rechtsgeldige overeenkomst was gesloten: de afspraken waren helder, er was getekend en de ondernemer had geen omstandigheden aangevoerd die wezen op dwaling of ontbreken van wil. De ondernemer moest daarom de openstaande maandfacturen (in totaal ruim € 2.800) betalen.
Anders lag het bij de door Proximedia gevorderde beëindigingsvergoeding, die neerkwam op het in één keer voldoen van alle resterende termijnen. Dat vond de kantonrechter in strijd met de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW). Proximedia wist al vroeg dat de ondernemer wilde stoppen, verrichtte vervolgens toch (minimale) werkzaamheden en wachtte tot halverwege de looptijd om ineens het volledige contractbelang te claimen. Daarmee ontweek Proximedia een discussie over de daadwerkelijke schade en probeerde zij tegenover een beperkte prestatie toch de volle waarde van de overeenkomst te innen. Dat ging te ver.
Conclusie
Deze uitspraken laten zien dat ondernemers niet altijd volledig vastzitten aan een online marketingovereenkomst. Waar sprake is van tijdsdruk, onduidelijke informatie of een verwarrend bestelproces, kan een rechter delen van de overeenkomst vernietigen of zelfs oordelen dat er helemaal geen overeenkomst is gesloten. Rechters zijn daarbij merkbaar gevoelig voor de positie van kleine ondernemers die langdurige en kostbare verplichtingen aangaan.
Tegelijk geldt: een eenmaal ondertekende overeenkomst is in beginsel bindend. Openstaande facturen kunnen dus gewoon verschuldigd zijn, ook als de samenwerking kort daarna stokt. De rem zit vooral op zware exitboetes die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet te rechtvaardigen zijn.
Heb je een vraag over een marketingovereenkomst – of een andere IT/IE-overeenkomst – neem dan gerust contact met ons op.