
Datalek Bevolkingsonderzoek – Nieuwsbrief week 36
In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de feiten rond het datalek bij Bevolkingsonderzoek Nederland, beantwoorden we veelgestelde vragen en duiden we de juridische stand van zaken.
Wij schreven voor Deal!, het vakblad voor inkopers dat wordt uitgegeven door Nevi, een artikel over de afhankelijkheid van zorginstellingen ten opzichte van hun IT-leveranciers. Kritische inkoop kan de afhankelijkheid beperken en er is dan ook een rol weggelegd voor zorginkopers.
Zorgprocessen digitaliseren in rap tempo en de Coronapandemie heeft dat alleen nog maar versneld. De inzet van ICT om zorg te ondersteunen of te verbeteren, is vandaag de dag niet meer weg te denken. Doordat ICT zo belangrijk is geworden voor het leveren van zorg, zijn zorginstellingen steeds afhankelijker geworden van hun ICT-leveranciers. Die afhankelijkheid is ook toegenomen omdat zorginstellingen steeds vaker hun ICT-infrastructuur uitbesteden. Waar voorheen lokale servers in eigen beheer het uitgangspunt waren, wordt tegenwoordig steeds vaker in de cloud gewerkt. Daarnaast krimpen de eigen ICT-afdelingen en wordt ICT-support steeds vaker extern belegd en op afroep ingekocht. Dit uitbesteden – of outsourcen – heeft als voordeel dat het vaak kostenbesparingen oplevert. Het nadeel is dat er een (te) sterke afhankelijkheid van ICT-leveranciers kan ontstaan. De gevolgen van die afhankelijkheid kunnen groot zijn.
ZIS/EPD-systemen zijn vaak het interne kernsysteem van een zorginstelling vanwege tal van geïntegreerde modules en koppelingen met andere zorgsoftware. Het centrale probleem op die markten is volgens de ACM vendor lock-in: als eenmaal de keuze voor een ZIS/EPD-systeem is gemaakt, kan een zorginstelling vaak moeilijk en alleen tegen hoge kosten overstappen naar een andere leverancier (lock-in). Dit komt omdat de zorginstelling meestal niet beschikt over de relevante informatie die nodig is voor een overstap. Daarnaast is het zo dat het overzetten van data en informatie van het oude naar het nieuwe ZIS/EPD-systeem cruciaal is. Die dataportabiliteit is lang niet altijd te realiseren en al helemaal niet zonder medewerking van de oude ICT-leverancier (vendor). Die laatste is vaak niet erg genegen zijn vertrekkende klant te helpen, of helpt alleen tegen (toren)hoge kosten. Overstappen is daarom soms helemaal niet mogelijk en in ieder geval in veel gevallen geen reële optie. Daar komt nog bij dat het aanbod van alternatieven (zeer) beperkt is, aangezien de markt grotendeels wordt gedomineerd door een paar grote spelers.
Vendor lock-in zorgt niet alleen voor problemen bij het overstappen van leverancier. De ACM waarschuwt ook voor de gevolgen die vendor lock-in al tijdens de dienstverlening kan hebben. Zo kunnen ICT-leveranciers – zonder het gevaar te lopen afnemers te verliezen – prijzen verhogen, het dienstverleningsniveau verlagen of niet mee laten groeien met de vraag, functionaliteiten uitschakelen of niet langer ondersteunen, weigeren verbeteringen door te voeren of de doorlooptijden van verbeteringstrajecten vertragen en tussentijds eenzijdig voor de afnemer ongunstige wijzigingen in de voorwaarden doorvoeren. Verder zijn er signalen uit de praktijk dat ICT-leveranciers weigeren (delen van) implementaties door een derde uit te laten voeren, dat ze onnodige upgrades en het betalen hiervoor afdwingen, dat ze weigeren koppelingen met (bepaalde) andere zorgsystemen en zorgsoftware (interoperabiliteit) mogelijk te maken, eigen producten en diensten bevoordelen door het eigen systeem gesloten te houden en deze eigen producten opdringen door ze te verkopen als onderdeel van verplicht af te nemen pakketten (koppelverkoop). Dit alles remt innovatie en heeft negatieve gevolgen voor de prijs en kwaliteit van diensten en producten. Daarmee heeft het uiteindelijk ook negatieve gevolgen voor de kwaliteit van zorg en dus voor de patiënt.
Eén oplossing is er niet. Wel zijn er verschillende oplossingsrichtingen, waarbij volgens de ACM voor alle partijen in de markt een rol is weggelegd.
Door de mogelijkheden tot dataportabiliteit en interoperabiliteit te verbeteren, wordt het gemakkelijker om over te stappen van de ene naar de andere ICT-leverancier, om samen te werken en gegevens uit te wisselen tussen en met zorginstellingen. Om dit te realiseren is het volgens de ACM van belang dat er open, gestandaardiseerde koppelingen komen en dat er standaardisatie van gegevensuitwisseling komt. Het initiatief hiervoor ligt bij de markt, die op den duur geholpen gaat worden door de nieuwe Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Inwerkingtreding van de wet wordt op z’n vroegst in 2022 verwacht. Tot die tijd moeten de oplossingen dus ergens anders worden gezocht.
Op de korte termijn kunnen zorgverzekeraars door middel van hun inkoopbeleid en de vergoedingen aan zorginstellingen indirect invloed uitoefenen op de keuze voor bepaalde ICT-leveranciers. Zorginstellingen kunnen zelf (te) sterke leveranciersafhankelijkheid voorkomen door professionele en goed georganiseerde inkoop te bevorderen. Goede inkoop vraagt om voldoende kennis en ervaring, een duidelijk inkoopbeleid en samenwerking tussen de Raad van Bestuur, inkoopmedewerkers, de ICT-afdeling, zorgverleners en patiënt(vertegenwoordigers). Verder kan samenwerking tussen zorginstellingen helpen om kennis en ervaring uit te wisselen, met als resultaat dat de onderhandelingspositie van zorginstellingen ten opzichte van ICT-leveranciers wordt versterkt. Het bundelen van technische- en inkoopexpertise kan dan leiden tot betere contractvoorwaarden en minder leveranciersafhankelijkheid.
De gevolgen van onzorgvuldig of onvoldoende kritisch inkopen kunnen enorm zijn. Ongewild kan een (te) sterke leveranciersafhankelijkheid ontstaan, terwijl dat niet nodig is. Denk bij de inkoop van zorg-ICT daarom altijd aan het borgen van continuïteit van zorg.
Let in dat kader in ieder geval op de volgende punten:
Leveranciersafhankelijkheid is niet helemaal weg te nemen. En dat hoeft ook niet. Goede afspraken zijn echter wel onontbeerlijk. Voor inkopers is daarom een belangrijke rol weggelegd. Om zorgen achteraf te voorkomen en ook daarmee actief bij te dragen aan het verlenen van goede zorg.